(foto Wim Ruigrok) |
Deze gevelsteen was oorspronkelijk ingemetseld in het pand Haarlemmerstraat 60, maar bevindt zich nu aan de Druckeraanbouw van het Rijksmuseum.
De huisnaam ‘de Verloren Arbeyt’ wordt
in 1649 voor het eerst genoemd in de koop/
verkoopakte van een westelijk van ons pand
gelegen erf op de Haarlemmerstraat. Het
pand Haarlemmerstraat 60 maakte deel uit
van een reeks van vier huizen (nrs 60-66),
welke eigendom waren van de kruidenier
Hendrick van Ruijff. Waarom hij deze, toch
wel merkwaardige voorstelling als huisnaam
gebruikte, zal wel een raadsel blijven.
Als in 1658 de erven van Van Ruijff het pand
verkopen, wordt het in de koop/verkoopakte
als volgt omschreven: een huis en erf op
de Haarlemmerstraat, tegenover het oude
West-Indisch Huis, waar ‘de Verloren Arbeyt’
in de gevel staat. Kennellijk had de steen een
onderschrift. Ook in latere koop/verkoopaktes
(1700, 1738, 1755, 1777) wordt deze
huisnaam gebruikt.
In het register van de Personele Quotisatie
van 1742, een soort onroerend goedbelasting,
wordt de kruidenier H. Paauw als bewoner
van het pand aan de Haarlemmerstraat
genoemd. Hij was in 1738 voor fl. 15.000 eigenaar
geworden, had drie dienstbodes en
een inkomen van 1500 guldens.
Oude afbeeldingen van het pand zijn niet bekend en in de ‘oude’ gevelsteenliteratuur noemt alleen Alings in zijn Amsterdamsche Gevelsteenen (Heemschutserie deel 9,1949) de steen als ingemetseld in de buitenmuur van het Rijksmuseum.
Het huidige pand in de Haarlemmerstraat dateert van 1898 en is een ontwerp van de architecten A.W. Weissman en P.H. van Niftrik. Het is van opvallende gele baksteen en boven de vensters zijn veelkleurige mozaïeken aangebracht, o.a. met de teksten ‘Koffie, Thee en Tabak’, verwijzend naar de toenmalige functie van het pand.
De steen heeft een plaats gekregen in een muur van de in 1913/1916 gebouwde uitbreiding van de Druckeraanbouw van het Rijksmuseum, maar is niet opgenomen in de Catalogus van beeldhouwkunst uit 1973. Daarin worden slechts de drie reliëfs van het Nieuwezijds Huiszittenhuis genoemd en afgebeeld, en verder een steen met Fortuna, toegeschreven aan Hendrick de Keijser en de steen uit 1587 van het voormalige Soldatengasthuis. Gevelstenen zijn kennelijk geen beeldhouwkunst.
Onno Boers
Naschrift
Begin januari 1995, tijdens een restauratie
van het Rijksmuseum is het kopje van de
rechter vrouw afgebroken en weggeraakt.
De VVAG heeft dat gemeld bij het Hoofd
Beeldhouwkunst en er verder niets meer van
vernomen. Bij deze restauratie werd op het
‘pleintje’ tussen de Druckeraanbouw en het
hoofdgebouw een Japanse tuin met een vijver
aangelegd. Daardoor was er ruim zicht
op de muur van de verbindingsgang met
fraai metselwerk en tegeltableaux. Ook was
er goed zicht op de noordmuur van de
Druckeraanbouw, waar een aantal bouwfragmenten
en elf gevelstenen, waaronder ‘de
Moriaan geschuurd’, waren ingemetseld.
Bij de meest recente verbouwing van het
Rijksmuseum verrees op de plek van de Japanse
tuin een mijns inziens rare, hoekige
constructie waarin de collectie Oosterse
kunst een plek kreeg. Het zicht op de gevelstenenmuur
werd door het bouwsel sterk
belemmerd, zeker toen er beplanting werd
aangebracht. Vandaag de dag is de gevelsteenliefhebber
het zicht op de elf gevelstenen
vrijwel ontnomen.
(Uit: Binnenstad 294, aug./sept./okt. 2019)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.