![]() |
De restauratie van de Leidsebrug bij het
Leidseplein is in volle gang. De nieuwe
fundering is klaar en de granieten decoraties
liggen in stukken gezaagd en genummerd in
steenhouwerij Maarssen te Utrecht om daar
schoongemaakt en gerepareerd te worden.
Antje von Graevenitz volgt het proces nauwkeurig.
Volgens haar is de Leidsebrug een bekende
onbekende: een kunstwerk dat als speciale
ervaring voor passanten is bedoeld, hoewel
maar weinigen dat opmerken. Wie wel keek,
verwonderde zich wellicht over de granieten
monsters met opengesperde bekken of merkwaardige
spitsvormige eieren naast de 'strakke'
banken die uitnodigen even te rusten.
De brug ligt op de plaats van een oude
stadsbegrenzing. Eeuwenlang was de hier gelegen
brug een belangrijke passage voor bezoekers
die vanaf de Overtoom over de brug
Amsterdam binnenkwamen of de stad in
zuid- en zuidwestelijke richting wilden verlaten.
Juist deze brug, naar ontwerp van Piet Kramer
(1881-1961), moest een bijzondere vorm
krijgen. Voor de decoraties gaf opdrachtgever
Publieke Werken de voorkeur aan beeldhouwer
Johan Polet (1894-1971) boven Hildo
Krop (1884-1970) omdat men vond dat anderen
ook eens een kans moesten krijgen.
Kramer had al schetsen gemaakt met tempelbewakers
uit Ninive, de stad in het oude Assyrische
rijk, maar Polet koos voor een andere
benadering. Zeemonsters en zeeslangen vervingen
de geschetste tempelguren, aldus
Von Graevenitz, die betoogt dat het – gelet op
de Singelgracht waarover de brug is gebouwd,
een belangrijke waterweg naar de haven – weinig
zin heeft twee van de vier monsters nog
steeds 'leeuwen' te noemen. De golven op de
ruggen van de 'leeuwen' herinneren eerder
aan het golvende water dan aan leeuwenmanen
en ook de in steen uitgehakte waterslangen
spreken duidelijke taal: alle vier figuren
zijn griezelige zeemonsters met gekrulde tongen
en wijdgeopende bek.
De eivormige beelden lijken op omphaloi.
Omphalos betekent navelsteen. De tempelstad
Delphi was volgens de oude Grieken het
centrum, de navel van de wereld. In 1913 werd
daar een soortgelijke steen als Polets omphalos
gevonden. De priesteres van het orakel van
Delphi bedwelmde de bezoekers met heilige
dampen. Volgens Von Graevenitz markeren
de zeemonsters en de omphalos een 'rite de
passage', een overgang naar een volgende
fase, na het passeren van het water en het inwijdingsritueel.
Het werk vordert gestaag, maar het duurt nog zo'n anderhalf jaar voor de Amsterdammer de Leidsebrug weer in volle glorie kan aanschouwen. De duiding van de beelden door Antje von Graevenitz zal daar ongetwijfeld een rol bij spelen.
Eveline Brilleman
Foto: Wim Ruigrok
Het volledige artikel van Von Graevenitz is te vinden op museumkijker.nl link Leidsebrug.
(Uit: Binnenstad 281, mei/juni 2017)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.