p
![]() |
Deze naam zal tot
in de tweede helft van de achttiende eeuw in gebruik blijven. In 1770 kopen de gebroeders Lourens en Dirck Smits het
hoekhuis op een veiling. Kort na de aankoop zullen zij het pand vernieuwd hebben en in het fronton van de nieuwe
klokgevel het relief met de twee smeden, hun ‘naamkaartje’, hebben laten aanbrengen.
In de Voorlopige Monumentenlijst (1928) wordt het pand omschreven als ‘ingezwenkte halsgevel met tuitvormige top waarin
twee smeden met aambeeld’. Tevens wordt het jaar 1771 genoemd, een jaartal dat niet op het reliëf voorkomt, maar wellicht
stond het in de aanzetkrullen van de halsgevel. In 1946 werd het hoekhuis afgebroken en voorlopig niet vervangen. Het
fronton met de twee smeden bleef echter bewaard en werd in 1952 door het K.O.G.-lid C. Sanders aangetroffen in een garage
in de binnenstad. Door de eigenaar van de garage werd de steen aan het K.O.G. overgedragen. In het Jaarverslag van het
genootschap van 1952 wordt hier melding van gemaakt. Jarenlang heeft de frontonsteen als bruikleen in de bloemenwinkel
Jemi, Warmoesstraat 83 gestaan totdat in het voorjaar van 2013 de bloemist verzocht of het K.O.G. de steen wilde weghalen,
de twee smeden stonden een beetje in de weg.
De VVAG heeft er toen voor geijverd om het fronton weer terug te laten keren op z’n oude kadastrale plek. In de
voorgevel van de nieuwbouw Warmoesstraat 47 was geen plaats, maar in de zijgevel aan de Heintje Hoekssteeg hebben de
twee smeden op 11 september 2013 een mooie plek gekregen.
Onno Boers
(Uit: Binnenstad 263, maart/april 2014)
Literatuur
C.A.L. Sanders, ‘Perceel Warmoesstraat 47’, in: Maandblad Amstelodamum, 39ste jrg. (1952), p. 105.
Ir. J. Kam, Waar was dat huis in de Warmoesstraat?, Amsterdam 1968, p. 248.
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.