De Geurt Brinkgreve Bokaal 2008

Op 11 december 2008 is voor de derde keer de naar Geurt Brinkgreve genoemde prijs uitgereikt. De jury heeft ongetwijfeld naar eer en geweten een keuze gemaakt. De voorzitter van de jury deed zelfs een poging om iets over Geurt te vertellen. Dat had hij beter niet kunnen doen. In de Zuiderkerk hing een opgewonden sfeer, de sfeer van zelfgenoegzaamheid, ambtenaren die elkaar op de schouder slaan. Twee tevreden wethouders. Geurt koesterde een diep wantrouwen jegens dergelijke mensen en hun feestjes. Hij hield ook niet van succes. Hij hield echt van Amsterdam. En dat is per definitie een moeizame relatie.
Kauwgomfabriek op industrieterrein Over Amstel.

De prijs werd uitgereikt voor de renovatie van een kauwgomfabriek op het industrieterrein Over Amstel. Geurt Brinkgreve en kauwgom. Een armoedig industrieterrein dat hij ongetwijfeld nooit heeft bezocht. Een gebouw dat hij zonder meer verachtelijk lelijk zou hebben gevonden.
De prijs is bestemd voor het beste initiatief op het gebied van herontwikkeling of renovatie in de bestaande voorraad. Dat is een heel algemene formulering. Er bestaat ook een Nationale Renovatieprijs met dezelfde bestemming. Die prijs is al meerdere malen uitgereikt aan hightech renovaties waar Geurt Brinkgreve niets van zou begrijpen en niets om zou geven. Maar de Nationale Renovatieprijs is niet genoemd naar Victor de Stuers of Camillo Sitte. Het zou passend zijn om een naar Geurt Brinkgreve genoemde prijs wat bedachtzamer uit te reiken.
In 2006 ging de prijs naar een blok woningen in Bos en Lommer. Niet een wijk waar Geurt erg dol op was, maar het betrof in elk geval traditionele architectuur, met mooi metselwerk. Vervolgens won een school op het Timorplein. Geen meesterwerk, volgens de norm Brinkgreve, maar in elk geval nog baksteen, en houten raamkozijnen. Het zou nuttig zijn om nog eens goed na te denken over de vraag wat er precies bedoeld wordt met de Geurt Brinkgreve Bokaal. Hij was kritisch en consequent conservatief. In een tijdperk van dolgedraaide hipheid en flauwekularchitectuur kan het conservatieve standpunt niet genoeg gewaardeerd worden.
Juist bij de renovatie van industrieel erfgoed is hip design bon ton. Het moet allemaal ontzettend leuk worden. Serieuze restauraties zoals die van de Van Nellefabriek in Rotterdam zijn zeldzaam. Het is dus de vraag of dergelijke projecten wel geschikt zijn voor de Geurt Brinkgreve Bokaal.
Misschien verdient het aanbeveling om in de toekomst ernstig rekening te houden met de bijdrage die het project levert aan het behoud van een historisch stadsbeeld. Dat beperkt de keuze uiteraard enorm, maar het is wel meer in de geest van Geurt Brinkgreve. Het ging hem bovenal om een zekere harmonie in de gebouwde omgeving. Met als ideaal uiteraard de oude binnenstad, maar de essentie is harmonie, het tegengestelde van architectonische kakofonie. Een ouderwetse vorm van beschaving. De Geurt Brinkgreve Bokaal zou een eigenzinnige prijs moeten zijn, wars van de mode van de dag. Een prijs die op een intelligente manier het vooruitgangsgeloof aan de kaak stelt. Natuurlijk moeten we verder met oude gebouwen, maar wel graag zonder dat irritante vleugje avant-garde, dat inmiddels niets anders meer is dan een goedkoop luchtje.

Vincent van Rossem

(Uit: Binnenstad 232, januari 2009)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.