![]() |
![]() |
Museum Amstelkring | De onderdoorgang |
Een deel van de museumcollectie verhuist naar de nieuwbouw, het monument zelf zal zoveel mogelijk in de oude staat worden teruggebracht. Na de alteratie van 1578 ging de Oude of Sint Nicolaaskerk over in handen van de calvinisten. Degenen in de oude binnenstad die katholiek bleven, kwamen vanaf die tijd in provisorisch tot kerk ingerichte zaaltjes bijeen. In 1661 kocht kousenkoopman Jan Hartman echter niet ver van de Oude Kerk, op de hoek van de Oudezijds Voorburgwal en de Heintje Hoekssteeg, een grachtenhuis en een daarachter gelegen huisje in de steeg. De bovenste drie verdiepingen liet hij tot zolderkerk verbouwen, daaronder nam hij zelf zijn intrek. De katholieken hebben daar meer dan twee eeuwen gekerkt, tot in 1887 de nieuwe Sint Nicolaaskerk van A.C. Bleijs tegenover het Centraal Station gereedkwam. De schuilkerk op Oudezijds Voorburgwal 40 is toen opgekocht door een groep Amsterdammers die deze als typisch fenomeen van katholiek erfgoed wilde behouden en op de benedenverdiepingen een museum vestigde. De kerk is nog steeds in gebruik voor bijzondere vieringen.
Al een aantal jaren geleden heeft het museum met het oog op mogelijke uitbreiding Oudezijds
Voorburgwal 38 gekocht, een gezichtsbepalend pand aan de overzijde van de Heintje
Hoekssteeg. De vraag was echter hoe beide gebouwen met elkaar konden worden verbonden.
Aanvankelijk dacht men aan een luchtbrug, maar onze vereniging heeft destijds haar bezwaren
hiertegen kenbaar gemaakt en pleitte voor de aanleg van een tunnel onder de steeg. Een
luchtbrug zou namelijk een aantasting vormen van de prachtige zeventiende-eeuwse zijgevel
van het museum en bovendien het zicht vanuit de steeg op het monumentale pand aan de
overzijde van de Oudezijds Voorburgwal wegnemen.
Vier jaar lang lag het project ogenschijnlijk stil, maar intussen werd achter de schermen
gewerkt aan een alternatief plan. Men onderzocht de haalbaarheid van de aanleg van een
tunnel en toen dit voor de rondgang door het museum geschikter leek zelfs van twee tunnels.
Onlangs is besloten om geen ondergronds gangenstelsel, maar één grote ruimte onder de steeg
en Oudezijds Voorburgwal 38 aan te leggen.
Vanuit een nieuwe toegang aan de overzijde van de Heintje Hoekssteeg zullen de bezoekers in
de toekomst naar de ondergrondse ruimte worden geleid. Vanuit deze ruimte kan men dan via
een trap die aansluit op het bestaande trappenhuis het huidige museum bereiken. Het
onderbrengen van de museumcollectie en allerlei functies als toegang, garderobe en kantoren
in het buurpand biedt de gelegenheid om Oudezijds Voorburgwal 40 zoveel mogelijk in de
oorspronkelijke staat terug te brengen, wat betekent dat niet alleen de schuilkerk, maar tevens
het zeventiende-eeuwse woonhuis van de familie Hartman in ere kan worden hersteld. Ook de
woning van Michael van Steenwijk, de laatste pastoor die halverwege de negentiende eeuw in
het achterhuis woonde, wordt heringericht. Dit jaar nog zal de restauratie van deze ruimten
beginnen, maar het museum blijft gedurende de werkzaamheden geopend voor het publiek.
![]() |
Jan Schenkman |
Aan de hand van kinderboeken, tekeningen, sinterklaaskostuums en verschillende liederen wordt tot en met 7 december 2008 in Ons’ Lieve Heer op Solder een expositie gewijd aan de eeuwenlange traditie om Sint Nicolaas te vieren. De liederen die men tijdens de tentoonstelling hoort, zijn ontleend aan de publicatie van Henk van Benthem, Sint Nicolaasliederen. De oorspronkelijke teksten en melodieën (Leidschendam 2008. Prijs € 39,90). In deze geheel herziene en uitgebreide uitgave zijn de oorspronkelijke teksten en melodieën van 75 Sint Nicolaasliederen bijeengebracht. De publicatie begint met de elfde- eeuwse Sint Nicolaassequens Congaudentes exsultemus waarin de legende van Sint Nicolaas wordt verteld. Daarnaast besteedt de schrijver onder meer aandacht aan Sint Nicolaas als huwelijksmakelaar, aan de introductie van de heilige als patroon van scholieren en natuurlijk aan oude en moderne sinterklaasliederen. Het boek plaatst de liederen steeds kort in hun context en is rijk geïllustreerd. Het bevat onder meer het hele prentenboek Sint Nikolaas en zijn knecht van de Amsterdamse hoofdonderwijzer Jan Schenkman, dat in 1850 een kleine omwenteling teweeg zou brengen in de manier waarop wij Sinterklaas vieren. Schenkman is de dichter van ‘Zie ginds komt de stoomboot’, waarmee hij de toon zette voor het idee dat Sinterklaas per stoomboot uit Spanje arriveert. Ook introduceerde hij Zwarte Piet en voor het eerst komt Sint Nicolaas al enkele dagen vóór het feest aan om te onderzoeken – en in zijn grote boek te schrijven – of iedereen wel zoet is geweest. Het vertrek van de Sint door opstijging per luchtballon heeft geen navolging gevonden; in de latere drukken is de ballon vervangen door een trein.
Juliet Oldenburger
(Uit: Binnenstad 231, november 2008)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.