Cornelis Kruyswijk werd in 1884 in Abcoude geboren als zoon van een timmerman-aannemer.
Naast werk in het bedrijf van zijn vader, volgde hij in de avonduren onderwijs aan de
Industrieschool van de Maatschappij voor den Werkenden Stand in Amsterdam. Vervolgens
werkte hij in Dordrecht, Leeuwarden en Maastricht, in Amsterdam voor de architecten B.J.
Ouëndag, H. Elte en F.A. Warners. In 1919 vestigde Kruyswijk zich als zelfstandig architect in
Amsterdam.
In een betrekkelijk korte periode - Kruyswijk overleed reeds in 1935 - realiseerde hij tal van
scholen, woningbouwcomplexen en kerken. Al zijn ontwerpen zijn gebouwd in de stijl van de
Amsterdamse School, welke opkwam in het midden van de jaren tien van de vorige eeuw. Deze
bouwstijl kenmerkte zich door rijk gebruik van bakstenen, natuurstenen en ijzeren ornamenten en
een expressieve vormentaal. De foto's in het boek laten zien dat Kruyswijk weliswaar zeer
bedreven was in het toepassen van deze stijl, maar dat zijn werk - en dan vooral zijn
woningbouwcomplexen - niet uitspringt ten opzichte van het werk van zijn collega-architecten uit
die tijd, zoals D. Greiner, J.M. van der Mey, J. Roodenburgh en J. Westerman. Het zijn met name
gebouwen met een bijzondere functie, zoals scholen, kerken en een enkel winkelpand, die het
oeuvre van Kruyswijk zo interessant maken.
Cornelis Kruyswijk is bovenal een Amsterdams architect. Niet alleen woonde en werkte hij aan
het Frederiksplein, maar tevens staan van de ruim 120 van zijn uitgevoerde ontwerpen – die op de
achterin het boek opgenomen werkenlijst worden vermeld – er ruim honderd in Amsterdam.
Overigens kan men beter spreken van stonden, want van zijn oeuvre zijn inmiddels meer dan
twintig van zijn werken gesloopt.
Bij het zien van zo’n werkenlijst ontstaat altijd de neiging om te kijken welke van de gebouwen
men ook daadwerkelijk zelf kent. Een groot deel van zijn werk bestaat uit woonblokken in
Amsterdam Zuid en West. Twaalf gerealiseerde ontwerpen staan in de Binnenstad. Het gaat
onder andere om de Smallepadschool aan de Planciusstraat (1924), de J.J. van Noortschool aan
de Prinsengracht (1925), woningen aan de Egelantiersgracht (1926), de Zandstraat (1931) en de
Utrechtsedwarsstraat (1934), een apotheek en een winkel-woonhuis aan de Vijzelstraat (1927),
een garage aan de Westerstraat (1928) en een bedrijfsgebouw aan de Nieuwezijds Voorburgwal
(1929). Van al deze werken spreken de voormalige apotheek aan de Vijzelstraat, hoek
Keizersgracht, en het naastgelegen winkelpand mij nog het meest tot de verbeelding, al was het
maar vanwege de relatief hoge bouwhoogte van het hoekpand, de uitstekende erker en de lage
bouwhoogte van het winkelpand. Beide zijn inmiddels gerestaureerd.
Behalve de reeds genoemde werkenlijst is het boek verder voorzien van een uitgebreid register, een literatuurlijst en een kaart van Amsterdam. Wat overigens wel ontbreekt is een goede beschrijving van wat de Amsterdamse School nu precies is. Blijkbaar is de auteur zo door deze stroming gegrepen, dat hij er niet bij stilgestaan heeft, dat niet iedereen volledig op de hoogte is. Wellicht dat deze onvolledigheid in een volgend deel in deze reeks in wording verholpen kan worden. Wij zien het volgende boek dan ook met spanning tegemoet.
Michiel Kruidenier
R. van Beekum, Cornelis Kruyswijk 1884-1935 - Amsterdamse School architect, uitgeverij Thoth Bussum 2006, ISBN 90 6868 407 8, 108 pag., prijs: € 19,90.
(Uit: Binnenstad 218, oktober 2006)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.