![]() |
Schepen in het Oosterdok |
Beleid voor het water werd er niet gemaakt. Het enige wat gebeurde was dat illegale schepen zonder ligplaatsvergunning in gedoogronde na gedoogronde legaal werden verklaard. Gebrek aan visie op de schoonheid van de historische binnenstad was regel. Dit leidde in de jaren zestig zelfs tot de malle maatregel dat woonschepen door arken vervangen moesten worden.
In 1995 was Frank de Grave wethouder financiën en binnenwaterbeheer. Bij de portefeuilleverdeling van een nieuw college werd binnenwaterbeheer als een hete aardappel door iedereen naar een ander geschoven. Het siert De Grave dat hij als eerste de hete aardappel oppakte en met een nota kwam. De nota Amsterdam te water van 1995. Deze nota begon met de stellingname dat "openbare ruimte aan de wal en op het water kostbaar en schaars is". Voorts concludeerde de nota terecht dat "er door vele belanghebbenden een beroep gedaan werd op de verschillende stukjes van hetzelfde water". Eigenlijk had men toen al vanuit dit gezichtspunt moeten besluiten om een adviesraad in te stellen. De nota ging echter niet in op het belang van het water voor de schoonheid en beleving van de historische binnenstad. Zij gaf aan wat de regels te water waren en in hoeverre deze gehandhaafd zouden moeten worden.
In 1999 behandelde de gemeenteraad het Evaluatierapport van de nota uit 1995. Veel vooruitgang was er niet geboekt. Walbewoners die zich beklaagden bij de gemeente over illegale woonboten was altijd voorgehouden dat er eerst tot aan de Hoge Raad geprocedeerd moest worden. In 1999 waren de nodige woonboten uitgeprocedeerd en hadden verloren. Ze waren illegaal en moesten weg. Bij de behandeling van de evaluatie bleek dat burgemeester Patijn nu weigerde het aangenomen beleid uit te voeren. De raad deed niets en eigenlijk werden alle illegale woonboten legaal.
Bij de discussies over de evaluatie is onder andere de communicatie over dit alles aan de orde gesteld. Wethouder Harry Groen heeft toen meegedeeld dat hij:
In januari 2000 heeft de gemeenteraad het Waterplan Amsterdam met de ondertitel Water – het Blauwe Goud van Amsterdam aangenomen. Sindsdien zijn vele uitwerkingsplannen in de inspraak en in allerlei andere fora aan de orde geweest. Deze berg papier heeft volgens mij tot nu alleen muizen gebaard. Om het op zijn Amsterdams te zeggen: "Blinde Maupie moet eerst zien en dan zal hij het misschien geloven".
Contouren van beleid zijn geschetst en de Visie op het water in de Binnenstad is net vrij
gegeven voor inspraak. Deze visie kondigt echter ook aan, dat alles nog uitgewerkt moet
worden in uitwerkingsplannen.
Veel plannen voor het water zijn nog vaag. In feite moet alles nog concreet uitgewerkt
worden. In dit licht is het dan ook verbijsterend dat een pas ingestelde adviesraad die
nauwelijks iets kost wordt opgeheven. De goedkoopste van allemaal. Een echte bezuiniging
bereikt men hier niet mee. Een kritische adviesraad die gevraagd en ongevraagd adviseerde
over een zeer omstreden beleidsterrein is ten grave gedragen. Het kalf mag weer verdrinken.
Het is ons aller zaak om er wederom zelf goed op te letten dat de in gang gezette zaken
betreffende het water in de Binnenstad niet versloffen, zoals in de afgelopen 50 jaar.
Kees Stoffel
(Uit: Binnenstad 209, januari 2005)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.