![]() |
![]() |
Rozengracht 69-75 | Rozenstraat 68-74 |
Het is niet moeilijk om al die clusters in de stad te
herkennen. In het verfijnde architectonische beeld van de binnenstad verschijnt ineens een
eenvormige reeks grof gedetailleerde bouwsels, die gekenmerkt wordt door een goedkope
baksteen, platvol voegwerk, miezerige kozijnen, een wezensvreemde maatvoering voor de
ramen, een stripje aluminium als gevelbeëindiging, en natuurlijk de onvermijdelijke
producten van de nationale betonindustrie: de dwaze balkons die het toenmalige
Bouwbesluit eiste, en de droevige lateien waarbij vergeleken zelfs de meest banale
gemetselde strek een wereldwonder van bouwkunst is.
Deze wijze van stadsvernieuwen vormt gelukkig alweer een afgesloten hoofdstuk in de
bouwgeschiedenis van Amsterdam. Maar het leed is nog niet helemaal geleden. De Cluster
Schievink ligt namelijk nog als een anachronisme ter tafel. Aan dit project hebben
klaarblijkelijk zoveel rayonmanagers gewerkt, dat was het ambtelijk baasje van een cluster,
dat het apparaat van geen ophouden meer weet. Deze erfenis van de stadsvernieuwing
moet en zal nog uitgevoerd worden. Al bijna tien jaar lang, namelijk sinds 1995, dringt het
gemeentebestuur aan op de sloop van maar liefst negen historische panden, waaronder drie
rijksmonumenten, aan de Rozengracht en aan de Rozenstraat. Dat betekent weer twee
enorme gaten in historische gevelwanden. De Amsterdamse Raad voor de
Monumentenzorg en het vroegere Bureau Monumentenzorg hebben van begin af aan
gepleit voor het behoud van de negen panden met hun karakteristieke hoogteverschillen,
terwijl ook keer op keer gewezen werd op de parcellering die zo essentieel is voor het
beeld van de binnenstad. Het betreft aan de Rozengracht de nummers 69 tot en met 75, in
de Rozenstraat moeten de nummers 68 tot en met 76 verdwijnen. Wie nu gaat kijken,
komt misschien tot de conclusie dat het toch ook werkelijk bijna krotten betreft. Dat
klopt, de gemeente Amsterdam is namelijk al lange tijd eigenaar, en zoals elke malafide
huisbaas die liever wil slopen, weet ook de gemeentelijke overheid maar al te goed hoe je
onroerend goed effectief kan devalueren. Geen onderhoud plegen heeft heel snel het
gewenste effect. De gemeente Amsterdam heeft in dit geval ook drie rijksmonumenten
naar de bliksem geholpen.
De Amsterdamse Raad voor de Monumentenzorg sprak in zijn advies van 2 februari 1998
van een ‘fundamentele stedenbouwkundige vergissing’. De Raad brak ook een lans voor
de zogenoemde ‘Van Houten-monumenten’, historiserende nieuwbouw uit de jaren 1920-
1940 met gebeeldhouwde toppen die wel origineel zijn. Twee van de drie
rijksmonumenten in de Cluster Schievink zijn ‘Van Houten-monumenten’. De toenmalige
rayonmanager, blijkbaar een echte kenner van de stad, wist destijds te melden dat ‘Van
Houten-monumenten’ eigenlijk nepmonumenten zijn. Er staan dus 227 nepmonumenten
op de Rijksmonumentenlijst. Veel academisch gevormde wijsneuzen beweren al jaren dat
ook talloze restauraties, met name van Stadsherstel, zo ingrijpend zijn geweest dat in feite
gesproken moet worden van nepmonumenten. Als dit een vrijbrief wordt voor de sloop
van rijksmonumenten staat ons nog wat te wachten. Hoeveel trapgevels in Amsterdam
dateren werkelijk uit de zestiende eeuw? De kruiskozijnen in het oude stadhuis zijn ook
nep. Meischke heeft eens opgemerkt dat het architectuurhistorisch gezeur over
authenticiteit volkomen irrelevant is voor de bestaande realiteit van de historische stad. De
Raad voor de Monumentenzorg wees in 1998 op de grote stedenbouwkundige waarde van
het ensemble aan de Rozengracht, waarin de trapgevel op nummer 81 het pronkjuweel
vormt, juist omdat de nummers 73 en 75 zo laag zijn. Het gehele ensemble kan zonder
enige overdrijving een onvervangbaar historisch beeld worden genoemd.
Het ambtelijk apparaat heeft de adviezen van de Raad voor de Monumentenzorg en het
Bureau schaamteloos aan zijn laars gelapt. In gelul kan je immers niet wonen. Als het
bouwplan Schievink werkelijk wordt gerealiseerd, moet er maar een briefje naar Parijs
geschreven worden. Om aan de Unesco uit te leggen dat de Amsterdamse binnenstad niet
thuis hoort op de Werelderfgoedlijst. Het lokale bestuur begrijpt namelijk niets van de
verantwoordelijkheid die dit met zich meebrengt.
Vincent van Rossem
(Zie ook: ARM: Cluster Schievink niet slopen of ophogen, in: Binnenstad 200.)
(Uit: Binnenstad 202, november 2003.)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.