![]() |
![]() |
In het natte Rokin is een werkeiland aangelegd voor de aanleg van metrostation Rokin. Het metrogeweld voert vlak langs het ruiterstandbeeld van Koningin Wilhelmina. |
De vorige Metronieuws
eindigde met de vraag: “Was een solide verzekering tegen de altijd
onvoorspelbare risico’s bij tunnelbouw in de slappe Amsterdamse bodem niet één van de
voorwaarden die de raad stelde?” Inderdaad, en die voorwaarde werd vervuld geacht in de
zitting van de raad in oktober, toen de beslissing de NZ-lijn wel of niet uitvoeren moest
vallen, door de toezegging dat de financiële risico’s stevig verzekerd waren. Voor de
zoveelste keer bleek de voorstelling van zaken die het college gaf over de
metrovoorbereidingen op drijfzand te rusten. Half mei 2003 vergaderde de raad opnieuw over
die risico’s. De verzekeraars vroegen véél te hoge premies, was nu de boodschap van het
college. Die risico’s kon de gemeente best zelf dragen. Wethouder Van der Horst kondigde
aan: “Op de dag dat onder het Centraal Station wordt geboord ga ik op mijn klapstoel in de
hal zitten”. Een krantenfoto van die wethouder in zijn stoel in het waarschijnlijk
veiligheidshalve ontruimde station zal het zeker goed doen. Minder grappig is een
redactioneel artikel in NRC-Handelsblad, “De valkuilen van de Noord/Zuidlijn”, op dezelfde
dag als het raadsdebat. Twintig meter onder het maaiveld wordt in Stratford, Oost Londen een
tunnel geboord met dezelfde machine, bijgenaamd de Hudson, als in Amsterdam. Net als in
Amsterdam wordt in Londen het boorproces ‘gemonitored’. Dat moet waarschuwen bij
onverwachte grondbewegingen. Tot hun schrik zagen de omwonenden drie tuinen plotseling
en zonder enig voorafgaand signaal tien meter diep wegzakken, 47 mensen moesten worden
geëvacueerd. Het boren werd prompt stopgezet, maar na een toestemming van de ‘Health and
safety executive’, enige tijd later hervat. Langer uitstel zou onbetaalbaar worden.
Kort voor de raadszitting behandelde de Amsterdamse bestuursrechter de klacht van de
vereniging De Bovengrondse tegen de bouwvergunning voor de diepliggende metrostations,
die verleend is zonder voorafgaand onderzoek van het Liftinstituut. Wie uit ervaring weet hoe
nauwkeurig het Liftinstituut de veiligheid van mechanische verticale ontsluitingen bij
particuliere bouwplannen controleert, moet zich wel verbazen over de luchthartigheid van
Amsterdamse gemeentebestuurders over de veiligheid van het publiek daar in de diepte bij
een brand of ander ongeval.
Geurt Brinkgreve
(Uit: Binnenstad 200, juni 2003.)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.