![]() |
Dam 11, één van de twee 17de-eeuwse gevels van de Dam. |
De steenhouwer van het reliëf heeft de houtsnede uit Guiciardini's Beschrijving der Lage
Landen (Antwerpen 1567) als voorbeeld genomen. Het stadsprofiel op de houtsnede, gezien
vanuit het noorden, wordt gedomineerd door de hoge houten spits van de vieringtoren, die in
1523-1529 door bouwmeester Jan van Poppel gebouwd was. In 1584 brandde de spits echter
af en werd vervangen door een lagere koepeltoren. De hakker van de steen was waarschijnlijk
op de hoogte van het feit dat er een toren van de Sint Jan ontbrak, maar nam aan dat het de
andere toren was, de nu nog bestaande oosttoren, deze heeft hij namelijk niet op zijn
gevelsteen weergegeven, wel de in 1584 afgebrande hoge houten spits. Afgezien van dit
'foutje' heeft hij heel precies allerlei details van de houtsnede overgenomen zoals de
scheepjes op de Dieze en het wasgoed op het bleekveld.
Van links naar rechts zijn de Hinthamerpoort, de Sint Antoniuspoort, de tweelingtorens van
de Sint Janspoort met een uitgebouwde steiger in, en de brug over de Dieze te onderscheiden.
Verder naar rechts is de Orthenpoort en tegen de rechterrand de Vuchterpoort.
De wapenschilden zijn, links, dat van het hertogdom Brabant en rechts van 's-Hertogenbosch.
![]() |
Het voorbeeld: een prent uit 1567. |
In de 30ste jaargang van het maandblad Amstelodamum schreef architect Ysbrand Kok een
uitvoerig artikel over het huis, toen nog Warmoesstraat 201. Aanleiding was de aankoop op
de veiling door de kunsthandelaar P. de Boer en de opdracht tot restauratie, die Kok van hem
gekregen had. De voorganger van het huidige pand heette in 1590 al 's-hertogenbossege en
was toen eigendom van de familie Cloeck en bewoond door Adriaan Pieters. In 1611 verkreeg
hij het pand in eigendom. De opschriften 'Anno' en '1725' in de hoekblokken van het fries
duiden op een verbouwing in dat jaar. Toen werden de ramen naar beneden toe vergroot door
het weghakken van de natuurstenen horizontale gevelbanden. Van de gevelsteen werden ook
stukken van de bovenhoeken weggehakt. Het waren gelukkig maar kleine stukjes want Suasso
beschrijft in zijn Schetsboek uit circa 1875 de gevelsteen compleet met de wapenschildjes en
het onderschrift. Ook op de foto in Brugmans en Loosjes' "Amsterdam in Beeld" zijn de
wapenschilden duidelijk te onderscheiden. Ysbrand Kok citeert in zijn artikel de auteurs van
de Noord-Hollandsche Oudheden, die zeggen dat het onderschrift van de gevelsteen verloren
is gegaan, maar waarschijnlijk was het toen achter de 19de eeuwse puilijst verborgen, de
Voorlopige Monumentenlijst (1928) noemt het wel.
De restauratie die Ysbrand Kok in 1943 op het oog had is niet doorgegaan, pas in 1952 is het
pand in oude, 17de-eeuwse glorie hersteld. De kruiskozijnen werden naar oude bouwsporen
teruggebracht naar de originele afmetingen, waardoor de horizontale natuurstenen banden
weer hersteld konden worden. Toen heeft ook de gevelsteen een schilderbeurt gehad, een
schilderbeurt waarvan na 49 jaar vrijwel niets meer terug te vinden was.
![]() |
![]() |
De gevelsteen van Dam 11 vóór en na de restauratie. |
De restauratie van de gevelsteen is een samenwerkingsproject tussen de VVAG, Marcel Kneppers en restaurateur Roberto Ajala. Zonder de medewerking en de financiële bijdrage van de eigenaren van het pand zou deze restauratie niet tot stand zijn gekomen.
Onno Boers
(Uit: Binnenstad 190, september 2001.)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.