![]() |
De uitreiking van de eremedaille aan Geurt Brinkgreve op 30 maart 2001 in Maastricht. |
Het zijn slechts enkele van de dertig zinnen waarin de jury de lof op Brinkgreve bezingt. De redactie van 'Binnenstad', vond de onderscheiding aan Geurt Brinkgreve voldoende reden om een artikel aan hem te wijden, al zou het alleen maar zijn om de jongere leden van de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad, die misschien niet weten wat Brinkgreve deed en heeft bereikt voor Amsterdam, bij te praten. Hoofdredacteur Brinkgreve stemde tegen. Dit keer kreeg hij zijn zin niet!
"Het is een wierookvat en daar kreeg ik het best een beetje benauwd van", zei Geurt Brinkgreve, toen hij hoorde dat hij de eremedaille van 'Europa Nostra' kreeg. Het idee dat hij die medaille zou krijgen tijdens een feestelijke bijeenkomst in Maastricht, sprak hem helemaal niet aan. Terug uit Maastricht genoot hij nog na. "Het was toch wel een eer."
Geurt Brinkgreve is nog dagelijks met het centrum van Amsterdam bezig, onder
andere als bestuurslid van een zevental organisaties die hij zelf heeft helpen
oprichten om historische panden te restaureren. Hij volgt met de Vereniging
Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad de handelingen van het stadsbestuur
nauwlettend en schrijft vlammende artikelen in 'zijn' tijdschrift: Binnenstad.
Stadsbestuurders en ambtenaren hijsen de stormbal als Brinkgreve hen benadert. Niet
alleen zijn kennis over Amsterdam is befaamd, maar ook die over wettelijke regels
en voorschriften, waaraan Amsterdam zich moet houden bij het besturen van de stad.
Een bezwaarschrift van de vereniging tegen bij voorbeeld een bouwplan is dan ook
altijd goed gefundeerd.
Vijftig jaar knokt hij al voor de binnenstad. Mede dankzij hem is de Jordaan geen
moderne stadswijk met kantoren, is de Nieuwmarktbuurt niet veranderd in een
kantorencentrum dat wordt doorsneden door een vierbaans-snelweg, maar kreeg de
binnenstad wel weer een woonfunctie.
Vorig jaar kwam een groep krakers van de Kalenderpanden bij Brinkgreve op
bezoek. Brinkgreve was met onder andere Geert Mak ondertekenaar van een brief
aan de gemeenteraad, waarin werd aangedrongen de panden te behouden als
broedplaats voor kunstenaars. De krakers wilden wel iets meer van die man weten.
Met enige schroom betraden ze het Aalsmeerder Veerhuis, waar hij woont en werkt.
Ze waren geïmponeerd door het historische pand en die pijprokende heer achter de
lange tafel. Teruggekeerd in het krakersbolwerk vertelden ze enthousiast over die
man met zijn boeiende verhalen over het centrum en het nut van actievoeren. En ze
vonden het prachtig, hoe hij zich nog steeds kan opwinden over zaken die slecht zijn
voor de binnenstad. Inderdaad, zich opwinden over de stad en het gemeentebestuur
kan hij nog steeds. Over de manier bij voorbeeld, waarop het stadsbestuur omgaat
met de status 'beschermd stadsgezicht' van de binnenstad. Brinkgreve: "Het is
schijnheilig. Aan de ene kant doet het bestuur alsof het trots is op die status, aan de
andere kant neemt het beslissingen die tegen het beschermen van het stadsgezicht
ingaan. Het volume van die nieuwe bioscoop aan de Vijzelstraat had, als je het
beschermd stadsgezicht serieus neemt, beperkt moeten worden."
Brinkgreve's eerste opvallende acties dateren uit 1952. Hij had geheime notulen van
een vergadering van de Nederlandsche Bank gekregen. Daarin werd gesproken over
de plannen voor een groot nieuw hoofdkantoor aan de Turfmarkt. In 'Elsevier'
schreef hij er een serie artikelen over die voor zoveel commotie zorgde, dat de
plannen niet doorgingen en de bank naar het Frederiksplein verhuisde. Brinkgreve
oriënteerde zich goed voor zijn artikelen. "Ik heb me op het Ministerie van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen over van alles en nogwat laten informeren.
Daar hoorde ik dat in de Wederopbouwwet stond dat gemeenten grote financiële
vergoedingen konden krijgen voor het verbreden van wegen. De ambtenaren die ik
sprak, zeiden dat die bepaling tot een ramp zou leiden. Ik vroeg waarom ze de
minister dan niet waarschuwden. Dat bleek te veel gevraagd. Toen heb ik besloten,
over dit soort zaken te gaan schrijven. Schijterig waren die ambtenaren."
In 1954 hield hij tijdens een bijeenkomst van de Amsterdamse Kring,
ontmoetingsplaats voor prominente Amsterdammers, een toespraak over het verval
van de binnenstad. Een citaat uit een verslag van die bijeenkomst. "Aan het woord is
de heer G. Brinkgreve, een beeldhouwer-medailleur die dankzij enkele publicaties
over de toestand van de Amsterdamse monumenten enige bekendheid genoot. Zijn
scherpe woorden over het stadsbestuur dwongen de voorzitter bijna hem het woord te
ontnemen."
Een jaar later zag het comité 'De Stad Amsterdam' het licht. Uiteraard zat ook
Brinkgreve daarin. Vlak daarna volgde de oprichting van 'Stadsherstel' dat nu 400
panden bezit, waarvan er 370 in oude luister zijn hersteld.
De grote klap kwam, toen de Amsterdamse gemeenteraad in 1966 akkoord ging met
de bouw van een grote bank aan de Vijzelstraat. Ondanks de protesten kwam de bank
er. Niemand kon toen nog vermoeden dat dankzij dat omstreden bouwplan het
mirakel van Amsterdam tot stand kwam: de Amsterdammers verloren de strijd om de
bank, maar het was het begin van hun overwinning op het grootschalige denken van
het stadsbestuur.
Nadat de gemeenteraad de bouw had goedgekeurd, trad Brinkgreve af als KVP-
raadslid, maar hij bleef de spil van allerlei initiatieven om de historische stad gaaf te
houden. Zo was hij betrokken bij 'Amsterdaad', een club die ervoor zorgde dat de
eerste reddingsactie voor het centrum door particulieren in 1968 van start kon gaan.
Advertentiebureau Prad bedacht de tekst die Amsterdammers wakker moest
schudden. "Zulke gaten zal je maar in je gebit hebben. De glimlach van Amsterdam
wordt aangetast door stedenbouwkundig tandbederf." Binnen een week waren
114.000 handtekeningen binnen. De geest was uit de fles. Een van de doelstellingen
van 'Amsterdaad' was dat de gemeente haar plannen voor de Nieuwmarktbuurt zou
intrekken. Op het Stadhuis haalden de politici hun schouders erover op. De
weerstand zou niet lang duren, dachten ze. Maar dankzij de acties moesten de
plannen voor de snelweg en de kantorenbouw in de Nieuwmarktbuurt worden
ingetrokken.
'Amsterdaad' had als troef het Pintohuis, een schitterend zeventiende-eeuws pand
aan het einde van de Sint Antoniesbreestraat, tegenwoordig in gebruik als filiaal van
de openbare bibliotheek. In de jaren zeventig was het een bouwval die op de
nominatie stond gesloopt te worden voor de snelweg. Brinkgreve richtte in 1970 een
stichting op met het doel het pand te restaureren en er woningen op de oude rooilijn
naast te bouwen. Keer op keer probeerde de gemeente hem pootje te lichten, maar
het Pintohuis werd gered en nieuwe woningen kwamen op de oude rooilijn. Het was
een huzarenstuk.
Er zijn meer plekken, waar Brinkgreve zijn stempel op heeft gedrukt. Toen het
Monumentenjaar 1975 met een plechtige zitting werd besloten, ontstond brand in het
West-Indisch Huis. Het pand leek verloren. De Rijksmonumentendienst had het al
opgegeven. En weer kwam Brinkgreve in actie. Er kwam geld voor de restauratie,
het herstel duurde van 1978 tot 1982 en kostte twaalf miljoen gulden.
De restauratie van het Bethaniënklooster in de Nieuwmarktbuurt, de restauraties van
hofjes in de Jordaan en het tegenhouden van grootschalige saneringsplannen voor de
Jordaan zijn andere zaken, waarmee hij zich bemoeide.
De tijd is al lang voorbij dat autoriteiten smalend tegen hem zeiden: "Ach, u bent een kunstenaar en dat kunt u ook niet helpen, maar laat ons dingen doen, waarvan wij verstand hebben." Brinkgreve wordt nu regelmatig door deskundigen geconsulteerd. Nog steeds is hij niet gerust op de ontwikkeling in het stadscentrum. "Er zijn te veel mensen met te veel geld die verkeerde dingen willen doen en er zijn nog steeds ambtenaren die de oude stad liever weggeven. Er zou één wethouder moeten zijn die wordt belast met monumentenzorg en het beschermde stadsgezicht." De aanleg van de Noord-Zuidlijn beschouwt hij als een grote aanslag op de stad. Hij gruwt van de manier, waarop de plannen worden doorgezet. "Ze zijn aan het werk zonder goedgekeurde bestemmingsplannen. Men trekt zich niets aan van de rapporten over de onveiligheid van die metrolijn. Financieel rammelt het plan aan alle kanten. Bureau Noord-Zuidlijn dat de plannen voorbereidt, treedt dictatoriaal op." In ons blad, Binnenstad, zal hij er ongetwijfeld nog vaak over schrijven, en over talrijke andere zaken die van belang zijn voor de binnenstad. Hij is gelukkig nog steeds niet getemd.
Frans Heddema
(Uit: Binnenstad 190, september 2001.)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.