![]() |
![]() |
Vóór en na restauratie |
Maar het kan ook iets geheel anders betekenen. “Bij mijn kool, op mijn woord, op mijn eer”. Kool is eerlijk! En
eerlijkheid is een typisch Hollandse deugd. Heette de bewoner Kool, die zijn naam aan eerlijkheid en waarheid
verbond?
Als iemand met een Indische achtergrond (met zijn schaamtecultuur) heb ik ‘t eerder over ‘waardigheid’ in
plaats van ‘waarheid’ (= Hollands met z’n schuldcultuur) en ‘grief niet’ in plaats van ‘lieg niet’ (Hollands).
Indisch is, dat woorden dragers zijn van vriendelijkheden (gevoelens), Hollands is dat woorden dragers zijn van
gedachten (concepten) en maak het kort, be to the point, Kool is kool!, geen flauwekul, Hollandser kan het niet.
Maar ik wil niemand grieven, voor mijn interpretatie graag een betere.
Het Woordenboek der Nederlandse Taal (deel VII, II, Keurmeester-Kozijn) noemt nog een aantal uitdrukkingen met ‘kool’, waar hieronder een paar kenmerkende. Kool is kost, maar warmoes is eten (kool is stevige kost, waar men op teren en werken kan, het lichte warmoes eet men om smakelijk te eten). Iemand een kool stoven (iemand een poets bakken, iemand beetnemen).
Jos Otten
![]() |
![]() |
Twee nieuwe gevelstenen op de Elandsgracht |
De auteur zou vreemd opgekeken hebben, als hij dertig jaar later, op 15 oktober 1999, aanwezig geweest zou zijn op de Elandsgracht, op de stoep voor nummer 75, waar Lodewijk Wagenaar van het Amsterdams Historisch Museum met een geestige toespraak twee gevelstenen onthulde. De twee stenen, op virtuoze wijze gehakt door Jan Hilbers, zijn een regelrechte hulde aan de voorgenoemde “meest verdorven misdadiger van Amsterdam”.
![]() |
Elandsgracht 67-98 in 1885 |
Jacob, roepnaam Sjako, was in 1960 in Hamburg geboren en stond in 1714, op 25-jarige leeftijd, al
voor het Haagse Hof wegens inbraken en bedriegerijen. Het vonnis luidde: plaatsing op het schavot
met een strop om de hals, geseling, brandmerking, 25 jaar tuchthuis en daarna 30 jaar verbanning uit
Holland en West-Friesland. Hij wist al snel uit het tuchthuis te ontsnappen en organiseerde een
roversbende in het oosten des lands. De grote stad Amsterdam lokte kennelijk: in 1715 “vestigde” hij
zich aan de Elandsgracht, in het pand dat later de naam Het Fort van Sjako zou krijgen. Na hier en daar
een kraak te hebben gezet en een paar berovingen werd hij in januari 1716 door de schout en zijn
rakkers gearresteerd. Na een rechtszaak die bijna een jaar duurde en een hoger beroep in Den Haag
werd hij veroordeeld. Hij diende te worden geradbraakt en na een half uur moest zijn kop worden
afgehakt. Daarna ging zijn lijk naar de Volewijk, waar het op een rad werd geplaatst met daarboven, op
een ijzeren pin, zijn hoofd.
Op de ene gevelsteen is het “Fort” voorgesteld, gehakt naar een oude foto. De andere steen draagt de
beeltenis van Sjako. Hierbij is uitgegaan van een schilderij in het Amsterdams Historisch Museum,
waarop de inbreker is afgebeeld met de houten kraag, waarin, om het ontsnappen moeilijk te maken,
tevens zijn linkerhand was ingesloten. In het museum zijn ook nog zijn werktuigen en een
uitschuifladdertje bewaard gebleven.
Onno Boers
(Uit: Binnenstad 180, jan. 2000)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.