![]() |
Brug nr. 35 (Foto: Bureau Monumentenzorg) |
In 1974-'75 zijn al versterkingen aangebracht, maar deze hebben, zo lezen wij in de brief van wethouder
Ter Horst, zettingen veroorzaakt, waardoor de brug op de landhoofden is gaan scheuren. Blijkbaar hebben
de ingenieurs toen onvoldoende aandacht besteed aan de botsende eigenschappen van beton en van
oude, met kalkspecie gemetselde bakstenen. De technici hebben nu voorgesteld, de bestaande brug
geheel te vervangen door een betonconstructie in de bestaande vorm, omkleed met metselwerk. Van het
afkomende materiaal kunnen dan wellicht enige onderdelen van natuursteen en smeedijzer opnieuw worden
toegepast. "Naar de mening van Monumentenzorg", zo staat in de brief, "is dit niet meer dan een
'historiserend jasje', de brug moet volgens hen met de oorspronkelijke materialen gerestaureerd worden".
Dat is zelfs goedkoper, maar dan duurt het 25 jaar tot er opnieuw in de brug geïnvesteerd moet worden, en
de betonbouwers beloven met hun aanpak een levensduur van 80 jaar. De toch vrij essentiële vraag naar de
verwachte verkeersdruk in de historische stad over 25 of 80 jaar, komt in het stuk niet ter sprake. Het College
kiest voor aangekleed beton, met het oog op de precedentwerking.
Er staan nóg 11 oude boogbruggen op de gemeentelijke monumentenlijst, en hoeveel zou restauratie,
in tijdsduur gemeten, méér gaan kosten? Naar dat klemmende vraagstuk wordt een onderzoek ingesteld.
Wethouder Ter Horst deelde de Commissie van bijstand mee dat B. en W. overwegen, van elk van de
historische brugtypen één authentiek voorbeeld te behouden. Dat staaltje van benepen
boekhoudersmentaliteit was de raadscommissie toch te gortig. Een van de leden vroeg sarcastisch "of
het College soms ook overwoog om van elk geveltype maar één voorbeeld te bewaren". Dan was
Amsterdam meteen af van al dat gezeur over monumenten en een beschermd stadsgezicht. De commissie
wees het voorstel af en koos voor de monumenten-aanpak. Het Amsterdam-Overleg had in een
brief van 30 januari jl. aan de commissie gevraagd in die geest te willen besluiten.
Twee kanttekeningen onzerzijds. De vroegere afdeling Bruggen van de Dienst P.W. heeft in de jaren
zestig heel wat boogbruggen herbouwd, gewoonlijk ter vervanging van de op het eind van de vorige eeuw,
in het belang van het toenemende rijverkeer, verlaagde bruggen, die inmiddels versleten waren. Dat waren
betonconstructies, inderdaad in een 'historiserend jasje'. Daar is op zichzelf niets
tegen; de eenheid van het stadsbeeld is er onmiskenbaar door verbeterd. Van dichtbij gezien is echter
de afwerking nogal hard, duidelijk werk van bruggenbouwers, niet van monumentenzorgers.
Brug nr. 35 is echter authentiek. De handgevormde, in veldovens gebakken, door 270 zomers en
winters gepatineerde baksteen heeft een 'huid' gekregen die niet is te vervangen. De raadsleden hebben
dat beter begrepen dan Burgemeester en Wethouders die zich slechte beheerders van het cultureel
erfgoed hebben getoond.
Geurt Brinkgreve
(Uit: Binnenstad 170, mei 1998.)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.