Hoe je daar niet mee moet omgaan is te zien aan de westzijde van de Oude Kerk. Daar lag vele jaren een leeggesloopt terrein dat voor parkeren werd gebruikt. Voordat er ten slotte gebouwd werd, vonden opgravingen plaats die belangrijke gegevens over de vroegste bouwgeschiedenis van Amsterdam aan het licht brachten. Het vervolgens ter plaatse opgetrokken woningblok in gele baksteen zou in een willekeurige nieuwbouwwijk niet opvallen, maar tegenover de Oude Kerk is het een vervelende dissonant.
![]() |
Oudekerksplein 6-8. Het niet gerealiseerde herbouwplan van Stadsherstel. |
Aan de noordzijde, waar de tegenoverliggende rooilijn de kerk nauw omsluit, is onlangs ook gegraven, en wel op het
omstreden terrein Oudekerksplein 6 t/m 16. Daar stonden enkele beschermde monumenten, die waren opgemeten voor
het restauratieplan van de vorige eigenaar. De panden brandden af en werden ijlings grotendeels gesloopt -
bouwgrond in de binnenstad is meer waard dan een gehavende opstal. In 1990 diende de gemeentelijke afdeling Jeugdzaken
een bouwplan in voor een kinderdagverblijf ter plaatse van de verbrande monumenten en hun belendingen. Dat plan
was van zó slechte kwaliteit dat het na kritiek van binnen en van buiten de gemeente werd ingetrokken. Stadsherstel had,
op verzoek, een schetsplan laten maken dat paste in het bestemmingsplan, de gevraagde ruimte bood en financieel
haalbaar zou zijn. Herbouw van de verbrande monumenten was daarbij het uitgangspunt; de historische structuur en het
waardevolle bebouwingsbeeld zouden dan zijn hersteld. In de hoorzitting van de beroepscommissie bouwzaken op 20 maart
1991 verklaarde de vertegenwoordigers van de Welstandscommissie zoiets volstrekt onaanvaardbaar, dat was "historiseren",
dat zou "Volendam-achtig" zijn (!), de locatie vroeg "nieuwbouw onder goede architectuur". Dat collega Soeters daarvoor
opdracht kreeg van de gemeente kon geen verwondering wekken. Diens opvattingen over wat het historische stadsbeeld
nodig heeft zijn elders in Binnenstad 165
te lezen en te zien. Stadsherstel liet het er niet bij zitten en tekende bezwaar aan.
De beroepsprocedures tot voor de Raad van State hebben zeven jaar geduurd. Opmerkelijk is de
onverschilligheid van de bestuurders en de monumentenzorg-instanties, terwijl toen toch het voorstel beschermd
stadsgezicht al in behandeling was. In strijd met de praktijkregel dat voor de reconstructie van door brand teloor
gegane monumentensteun van monumentenzorg een vanzelfsprekende zaak is, was minister d'Ancona direct bereid, de panden,
waarvan nog stukken muur overeind stonden, van de monumentenlijst te schrappen.
Voor de rechtbank en voor de Raad van State verklaarden de ambtelijke monumentenzorgers dat aan die
restanten geen enkele cultuurhistorische waarde kon worden toegekend.
Van de bouwvakvakantie maakte de archeologische dienst gebruikt voor een opgraving van het terrein.
En zie daar: het archeologische bodemarchief bleek wederom verrassende vondsten te bevatten: muren,
funderingen en plavuizenvloeren van vroegere bebouwing. Prompt daarna is de put dichtgestort, zand
erover, het gaat om bouwterrein en niets anders. Beschermd stadsgezicht naast de Oude Kerk? Daar zijn
bouwmeesters van de kwaliteit van Sjoerd Soeters toch vér boven verheven...?
Geurt Brinkgreve
(Uit: Binnenstad 165, sept. 1997.)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.