Boudewijn Oranje is samen met PvdA-raadslid Els Agtsteribbe "sinds mensenheugenis" het raadslid dat nauwkeurig de binnenstad in de gaten houdt en niet aarzelt het college van B. en W. op de nek te springen als het weer iets heeft bedacht dat het karakter van de binnenstad dreigt aan te tasten. Er komt weliswaar een ambtelijke dienst voor de binnenstad, maar zal dat werkelijk veel veranderen. Moet er ook niet iets met de politici gebeuren? Boudewijn kijkt even stil voor zich heen: "Je hebt gelijk, de structuur verbetert, maar ja, de politieke cultuur... Er moet hoe dan ook een raadscommissie voor de binnenstad komen, waarin alle onderwerpen die met dat deel van de stad te maken hebben, aan de orde komen. Daar is nu grote strijd tussen de wethouders over, want als zo'n commissie er komt, dan verdwijnt het stadshart uit de pijplijn van de PvdA-wethouders Guusje ter Horst (verkeer) en Duco Stadig (volkshuisvesting en ruimtelijke ordening)." Aan de gezichtsuitdrukking van Boudewijn Oranje is te zien dat hij daar niet zwaar aan tilt en dat de binnenstad niet de dupe mag worden van een competentiestrijd in het college van B. en W.
Zes jaar geleden vroeg het rijk aan Amsterdam, of het er niets voor voelde de binnenstad tot
beschermd stadsgezicht te laten verklaren. Een positief antwoord kwam niet vanuit het Stadhuis, maar dat
zal snel veranderen. Boudewijn Oranje diende tijdens de begrotingsvergaderingen een motie in om
het "ja-woord" te geven en waarschijnlijk krijgt hij daar de steun van de gemeenteraad voor. Boudewijn
Oranje: "Er zijn nieuwe feiten gekomen. Tot nu toe wilde de raad er niet aan, omdat men dacht dat het
beschermd stadsgezicht tot hogere huren zou leiden daar het puntenstelsel dat nu als basis voor de
huurprijs wordt gehanteerd, dan niet meer zou gelden. De voordelen van het predikaat "beschermd
stadsgezicht" waren bovendien nihil. Ik ontdekte in een gesprek met de woningbouwcorporaties dat die
angst voor huurverhogingen niet terecht is en dat er dus geen goedkope woningen zullen verdwijnen.
Een huurverhoging geldt alleen bij nieuwe investeringen in beeldbepalende elementen. Het beschermd
stadsgezicht levert nu ook voordelen op. Er ligt een brief van het rijk over het Amstelveld op het
Stadhuis en daarin staat dat als Amsterdam een beschermd stadsgezicht had gehad op het moment dat
de omstreden nieuwbouw op dat plein speelde, er een kans was geweest het project tegen te houden.
Het rijk had dan meer eisen aan een bestemmingsplan kunnen stellen". Boudewijn is ervan overtuigd
dat zijn motie wordt aangenomen. "Duco Stadig heeft al gezegd dat hij daar geen problemen meer
mee heeft en het rijk wil ook nog steeds. En als dat beschermd stadsgezicht er is, dan weet ik zeker dat
de welstandscommissie de ingediende bouwplannen breder zal moeten toetsen en dat ze veel meer
zal moeten kijken, of iets in de omgeving past".
Deze zomer kwam Oranje met een raadsnota over de stadsvernieuwing in de binnenstad. B. en W.
hebben daar positief op gereageerd. In het kort komen Oranje's voorstellen er op neer dat subsidies voor
nieuwbouw, monumenten en bodemsanering in 'één pot' worden gestopt en dat dit fonds beschikbaar is
voor alle vormen van stadsvernieuwing door de overheid, woningbouwcorporaties en particulieren,
dus zowel voor nieuwbouw als voor renovatie. De huidige regelgeving leidt tot sloop en niet tot
behoud van panden. Boudewijn Oranje: "Er bestaat in de binnenstad veel weerstand tegen de vervanging
van woningen door nieuwbouw en door mijn voorstel wordt het mogelijk om alleen over te gaan tot
casco- en/of funderingsherstel. Monumenten moeten natuurlijk wel geheel worden gerestaureerd. Ik
heb ook voorgesteld om bij de stadsvernieuwing in de Jordaan weer bloksgewijs te gaan werken. De
gemeente moet dan ook eerder door zogenaamde aanschrijvingen particulieren en
woningbouwverenigingen dwingen iets aan hun panden te doen".
Boudewijn Oranje is het eens met de kritiek op kwaliteit van nieuwbouwprojecten in de Jordaan. Het is
een van de redenen, waarom hij heeft voorgesteld om een supervisor voor de binnenstad aan te wijzen.
Ook daarmee gaan B. en W. akkoord. Er komt een stadsbouwmeester voor de binnenstad en dat hoeft
niet lang te duren. "Je moet iemand hebben die de boel goed in de gaten houdt, die initiatieven neemt,
die architecten voor nieuwbouwprojecten voordraagt. Nieuwbouw hoeft niet slecht te zijn, kijk
maar naar het pand van Dijkman in de Hazenstraat. Maar waar ik me zo vaak aan erger is de eenvormig-
heid, het gebrek aan detaillering. Het niet letten op de kleur en de vorm. Een stadsbouwmeester voor de
binnenstad moet daar verandering in aanbrengen." Boudewijn Oranje verwacht dat zijn voorstellen ook
een positief effect zullen hebben bij de pogingen om monumenten in goede staat te houden of te brengen.
"Jaren geleden maakte minister Hedy d'Ancona een Deltaplan voor de monumenten; het gevolg was
alleen dat het rijksgeld voor de monumentenzorg werd gehalveerd. Toch hebben monumenten het
grootste terugverdien-effect, maar een groot deel van het geld dat er voor beschikbaar was, ging naar
de nieuwbouw. Het zou een goed idee zijn om, als de binnenstad eenmaal beschermd stadsgezicht is,
de staat om een regeling te vragen, waarbij particulieren die geld stoppen in de verbetering van hun
monument, die uitgaven van de belastingen mogen aftrekken. De dienst Monumentenzorg heeft een
lange lijst met bedreigde woonhuismonumenten. Als je die lijst gaat aanpakken, dan zullen er niet
veel monumenten verloren gaan. Trouwens, ik heb het idee dat we op de goede weg zijn, er wordt in
die bedreigde panden geld uit het stadsvernieuwingsfonds gestopt en ook de particuliere
investeringen nemen toe".
Als een eigenaar van een monument tekortschiet in het onderhoud van zijn pand, dan moet de
gemeente volgens Oranje hard optreden. "Ik vind dat je dan als gemeente de eigenaar mag verplichten,
het onderhoud uit te voeren. En daarbij kan je de rapporten van de Monumentenwacht hanteren;
daarin staat precies, wat er aan die beschermde panden moet gebeuren. Als de eigenaar niet wil, dan
moet je hard zijn, dan vind ik zelfs dat het pand geveild mag worden. Alleen als iemand de verbetering
echt niet kan betalen, kan je naar een oplossing zoeken".
In november kwam Oranje's fractiegenoot Yellie Alkema landelijk in het nieuws met haar voorstel voor
de aanleg van een koninginnepad tussen het Paleis en de Nieuwe Kerk. Ze vond het een schande dat de
koningin langs allerlei obstakels moest zigzaggen als ze van het paleis naar de kerk moest lopen. Het
koninginnepad komt er, maar wat belangrijker is: er kwam ook een discussie op gang over hoe de Dam
er uit moet gaan zien. Boudewijn Oranje: "Er kwamen reacties van zowel De Bijenkorf als de Stichting
Nieuwe Kerk. De gemeenteraad wilde al een notie hebben over de toekomst van de Dam, maar het is
goed dat er nu een Dam-discussie komt voordat de gemeente gaat beslissen, wat er op en rond dat plein
wel of niet moet gebeuren. We hebben zoiets geprobeerd met het Leidseplein, maar daar kwamen we er
niet uit. Misschien moet je nu zeggen: "Laat het Leidseplein maar zoals het is. Maar wat daar niet
lukte, kan misschien wel bij de Dam. Het voordeel is dat de situatie er niet zo ingewikkeld is".
Boudewijn Oranje vindt het belangrijk dat niet alleen naar de bebouwing in de binnenstad wordt gekeken, maar dat ook pleinen, straten en grachten aandacht krijgen. "Daarom heeft onze fractie ook zijn hakken in het zand gezet tegen de plannen om overal verkeersdrempels te gaan aanleggen. Je moet eerst eens kijken, of ze ergens wel passen. Een gracht, is die mooi met verkeersdrempels? Nee. Bij de Goudsbloemstraat is een stukje weg opnieuw ingedeeld zonder Amsterdammertjes. Het is daar weer net zoals vroeger. Overdag werkt het goed, maar 's avonds worden er overal auto's neergezet. Maar als we het mooi vinden, moet je dat dan toch doen? Daar zullen we het eens over moeten hebben".
Praten met Boudewijn Oranje over de binnenstad betekent onherroepelijk dat je in tijdnood komt. Enthousiast pakt hij het ene na het andere onderwerp op en het gebeurt steeds met evenveel enthousiasme, ook al omdat hij het gevoel heeft dat het bestuurlijke klimaat ten gunste van de binnenstad langzaam aan het veranderen is. "Weet je wat me zo goed heeft gedaan? Dat was die wandeling die we met ambtenaren door de Jordaan hebben gemaakt. Je merkt dat ambtenaren willen veranderen, dat ze anders willen gaan denken, ze hebben gevoel voor de stad. Ik vind ook dat wethouder Stadig heel open is, hij is vatbaar voor argumenten, hij betrekt je in een vroeg stadium bij het maken van plannen". Misschien kan door dat alles ook het volgende verlanglijstje van het D66-raadslid worden ingewilligd:
Frans Heddema
(Uit: Binnenstad 155, dec. 1995)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.